Wat Gebeurd Er Met De Ziel Na De Dood? in Winti | Algemene vragen
maak hier een luku afspraak
Header Praktijk Baaswaterval

Wat Gebeurd Er Met De Ziel Na De Dood?

  • 0 reactie(s)
  • 5682 x bekeken
  • 0 reactie(s) 5682 x bekeken
*

Offline mi asi

  • ******
  • 1067
  • Te yu abi pasensi, yu sa si mira bere.
    • Bekijk profiel
bewerk
Wat Gebeurd Er Met De Ziel Na De Dood?
« Gepost op: 13 juli 2012, 20:13 »
Wanneer een mens sterft , zal zijn ziel een nieuwe wereld binnen gaan, en een nieuw lichaam aannemen leert de bijbel ons.
Dit lichaam is van andere aard dan het physieke lichaam, dat op de behoeften van dit leven is ingesteld.
Is dat echt zo?
Eén van de grote levensvragen is of de menselijke ziel al dan niet onsterfelijk is.

In een ver verleden werd deze vraag helemaal niet gesteld, omdat onsterfelijkheid toen vanzelfsprekend was.

De mens had toen namelijk een weliswaar intuïtieve, maar directe aanschouwing van een bovenzinnelijke wereld; hij beschouwde deze wereld als zijn geestelijk thuis want hij wist dat hij vóór zijn geboorte daar had geleefd, en dat hij er na zijn dood zou terugkeren.

Zijn herinnering ging tot in zijn voorgeboortelijk bestaan, en had men de mens kunnen vragen: wat is goed en wat is slecht, dan zou hij geantwoord hebben: goed is dát, wat de goden willen, en slecht is dát wat de goden niet willen; dat weet ik uit mijn voorgeboortelijk bestaan, toen ik nog onder hen was.

Dit bovenzinnelijk weten is nu verdwenen, maar nog niet zo lang geleden, zo'n duizend jaar vóór Christus, bespeurde men van dit weten nog iets in het onderbewuste; men voelde aan dat men vergeten was wat men geweten had.

Voor het eerst duikt dan het woord "geweten" op, voordien bestond het niet.

Later kwam de Kerk en veranderde het geweten.De Kerk stuurde namelijk predikanten uit die de mensen voorhielden:" Wij weten wat de wil van God is, de gewone mensen weten dat niet, maar wij zullen zeggen wat jullie moeten doen om in het Rijk van God te komen" En de Kerk maakte voorschriften .

Wat de Kerk toen bepaald heeft, komt de mens van nu goed uit.

Want over een voorgeboortelijk leven weet hij niets meer.

Als het al bestaan heeft, zo denkt de mens, dan is het verleden tijd, het interesseert hem niet meer.

Wat hem wel interesseert is de onsterfelijkheid.

De mens kan de gedachte niet verdragen dat hij zou ten gronde gaan.

Vanuit een innerlijk ziele wenst hij te blijven voortbestaan.

De Kerk heeft daar op ingespeeld en door in haar leer de onsterfelijkheid centraal te stellen heeft zij toegang gekregen tot het menselijk geloof.

Volgens de kerkelijke leer wordt dus de ziel geboren op het ogenblik van het fysieke ontstaan van de mens en blijft zij vanaf dan oneindig verder leven.

Kan echter ooit geboren zijn wat niet kan sterven ? Onsterfelijkheid houdt in: een oneindig, eeuwigdurend bestaan; oneindigheid strekt zich echter niet alleen uit in de toekomst, maar ook in het verleden.

Men mag de begrippen 'ontstaan-vergaan' en 'ongeborenheid-onsterfelijkheid' niet met elkaar verwarren.

Als de ziel onsterfelijk is, is ze nooit geboren, dan heeft ze altijd bestaan en dan zal ze altijd blijven bestaan.

Neemt men aan dat de ziel er altijd geweest is, dan is ook de gedachte aan wedergeboorte niet veraf.

Want waarom zou de ziel een eeuwigheid wachten vooraleer één aardeleven te volbrengen ? En waarom zou zij zich- vermits het éénmaal mogelijk geweest is- geen twee en meerdere malen met een aardeleven verbinden, om zich steeds verder en verder te ontplooien ? De ziel streeft naar ontwikkeling om bij haar vervolmaking over te gaan in een hogere levensvorm; deze ontwikkeling moet zij op aarde doormaken (zoniet zou het zinloos zijn dat er mensen op de aarde rondlopen).

Indien de ziel genoeg zou hebben aan één aardeleven om haar vervolmaking te bereiken, dan zou elke mens perfect zijn op het einde van zijn leven.

Nu, zo is het niet, en daarom keert de ziel telkens opnieuw naar de aarde terug.

Het karma, het levenslot van de mens hangt nauw samen met de ontwikkeling van de ziel.

Een verklaring voor het levenslot wordt doorgaans gezocht buiten de mens: in het toeval, of in een natuurlijke selectie, of in de wil van God.

Is het niet juister wanneer de oorzaak van de lotsbestemming gezocht wordt waar het lot zijn uitwerking heeft, nl.

bij de mens zelf, niet in zijn huidig leven, maar vóór de geboorte ? In het leven vóór de nieuwe geboorte beschouwt de ziel hoe zij zich op de beste manier kan verder ontwikkelen.

In functie daarvan bepaalt zij in welke omstandigheden haar toekomstig aardeleven zal verlopen, en zij zal er niet voor terugschrikken de smartelijkste omstandigheden in het volgend leven in te bouwen, wanneer zij dit noodzakelijk acht voor haar ontplooiing.

Zo bepaalt de ziel het toekomstig levenslot.

Dit plan, dit levenslot dringt niet door tot ons bewustzijn; in de huidige fase van de wereldontwikkeling zou het leven ondraaglijk zijn indien de mens zijn lotsbestemming zou kennen.

Het kan zijn dat men bij het overgaan niets van het astrale ziet.
Men ziet geen tunnel, of men is zich hier nauwelijks bewust van.
Men ziet geen overleden familieleden, niemand die op hen wacht.
Deze mensen blijven na hun overgang in de buurt van hun lichaam.
In de kamer waar men gestorven is of in de buurt waar men verongelukt is.
Pas later, meestal na de begrafenis of crematie,
zal men goed om zich heen gaan kijken en begint de astrale wereld te dagen.
Eerst vaag, dan steeds duidelijker.
Langzaam begint men te beseffen wat er aan de hand is.
De begeleider mag nooit meteen na het overlijden weggaan.
Vooral na het overlijden van een wat meer aardgebonden mens,
is het goed om naast het lichaam te gaan zitten
om voor de overledene te bidden.
Ook kunnen we de overledene in gedachten naar het licht sturen.

Iemand die gewend is geweest zijn bewustzijn op God te richten,
zal al tijdens zijn sterven de schitterende astrale wereld zien opdoemen
en hierin wegglijden.
Voor zo iemand bestaat er op dat moment geen familie of begeleider meer,
men wordt dan volledig in beslag genomen door die nieuwe liefdevolle wereld.
Maar ook nu moet de begeleider niet te snel weggaan,
de begeleider kan dan beter met de familie blijven nagenieten.
Meestal zijn de momenten vlak na het heengaan van een liefdevol persoon erg teer.
Laat de familie naast de overledene gaan zitten. Als er gepraat wordt, praat dan zachtjes.

Iedere overledene wordt aan gene zijde opgevangen
en verder geholpen,
maar ook wij, achterblijvers op aarde,
kunnen gedachten naar de overledene zenden:
"Ga naar het licht,
kijk om je heen en zie je astrale gids,
je bent overleden en nu in die andere wereld.
Je leven gaat gewoon door ook al is het in een andere wereld".
Overledenen kunnen gedachten lezen,
mits wij ons op de overledene afstemmen
en mits we onze gedachten met enige kracht uitzenden.

Het is belangrijk dat de mensen op aarde
tegen de overledene praten.
Aan gene zijde wordt iedereen,
zonder uitzondering,
opgevangen en ook verder geholpen.
Toch kan het een tijdje duren
voordat de overledene zijn heengaan grotendeels verwerkt heeft.

De vroegere eigenaar van het lichaam
zal het goed doen te zien dat zijn lichaam met eerbied wordt behandeld.
Dit lichaam is hem jarenlang van dienst geweest
en men wil hier dan ook met dankbaarheid naar kunnen kijken.

Het lichaam moet zo liggen dat het voor de overledene prettig is om naar te kijken.
Iedere overledene komt nog eens naar zijn lichaam kijken,
al is het alleen maar om de eigen begrafenis of crematie bij te wonen.
Het zien van het achtergelaten lichaam kan de overledene diep ontroeren.


Verplaats u in de overledene,
in welke kleren zal de overledene het liefst naar zichzelf willen kijken.
We kunnen ook vooraf,
tijdig,
aan de stervende vragen
welke kleren men bij zijn begrafenis of crematie aan wil.
Ook al heeft men een langdurig ziekbed achter de rug,
toch is het beter om het lichaam nu geen pyjama aan te doen.
Men heeft immers langer geleefd dan dit ziekbed.
Geef een kind kinderkleren mee,
geef het de kleren waarin het het liefst heeft rondgelopen.
Bij een kind kunnen we wat speelgoedjes,
of de lievelingsknuffel in het kistje kunnen leggen.
Een kind kan een knuffel ervaren als een soort deelgenoot,
een stille bondgenoot en dit geeft steun.


U kunt het lichaam wassen en aankleden
samen met een ervaren persoon of,
als u dit zelf al een paar keer eerder heeft gedaan,
samen met iemand van de familie.
Praat terwijl u bezig bent zachtjes,
of in gedachten tegen de overledene.

Wanneer dit mogelijk is
kunnen we het lichaam
in de kamer waarin men is overgegaan opbaren.
De overledene kan nu in rust afscheid van zijn lichaam nemen.



Heeft de overledene zich op het ziekbed niet vrijelijk kunnen uitspreken,
of gaat het om iemand die vrij plotseling uit het leven is weggerukt,
dan kan de overledenen wroeging hebben over bepaalde zaken,
of over bepaalde delen van het leven.
Men heeft bepaalde zaken niet kunnen oplossen.
Dit kan voor de overledene bijzonder zwaar zijn,
alsof men een zware steen op de schouders mee torst.
Men wil graag bepaalde dingen uitspreken maar dit gaat nu niet meer.
De familie kan het de overledene dan gemakkelijker maken
door naast het lichaam te gaan zitten
en hardop of in gedachten te zeggen:
"Als je het vervelend vindt dat je dit of dat niet meer hebt kunnen uitspreken,
of als je met dit of dat zit: ik vergeef het je".
We kunnen nu beter positief gedachten zenden naar de overledene
en op een positieve manier tegen hem of haar praten
dan dat we klakkeloos onze gebedjes doen

Er zijn ook overledenen
die meteen na hun overlijden
naar hun bestemmingssfeer gaan
en alleen nog terugkomen om hun uitvaart mee te maken,
om definitief afscheid van hun aardse leven te nemen, om hun vrienden te groeten.
We kunnen stellen dat eigenlijk iedereen zijn of haar uitvaart meemaakt.
Men is erbij!
Voor de een kan dit een droeve gebeurtenis zijn,
een afscheid van het aardse bestaan.
Voor de ander is het als een bevrijding,
men ervaart deze bevrijding eigenlijk al op het moment van sterven.


Ook een kind kan het moeilijk vinden om het lichaam los te laten.
Hoewel bij een kind de herinnering aan de astrale wereld
meer aan de oppervlakte ligt dan bij een volwassene
en het daarom in het algemeen wat gemakkelijker afstand van het aardse zal kunnen doen.


Een kind zal zich ook wat sneller thuis voelen in het astrale dan een volwassene.
Kinderen zullen over het algemeen minder behoefte hebben om
in de buurt van hun lichaam te blijven.
Er blijft eigenlijk altijd nog gedurende een paar dagen
een binding met het lichaam bestaan.



Sommigen gaan door de tunnel,
worden overspoeld door liefde en licht
en voelen alleen de behoefte om nog één keer terug te blikken,
om de eigen begrafenis op aarde te zien.
Anderen voelen een sterke band met het achtergelaten lichaam
of met het aardse.
Zij zullen zich dan ook vrijwel meteen
na een eventuele tunnel ervaring
op het achtergelaten lichaam richten.
Soms blijft de overledene weken lang in de buurt van het graf
om over het voorbije leven te wenen.


Hoe persoonlijker de uitvaart verloopt
hoe beter de overledene afscheid van zijn laatste incarnatie kan nemen
en des te beter de achterblijvers afscheid van de overledene kunnen nemen.
Meestal is de overledene blij als de plechtigheden zijn afgelopen,
dan kan men ook verder gaan in die andere wereld,
dan is het aardse leven voor hem of haar afgesloten.
Als een onbekende priester pastoor of dominee de uitvaart verzorgt,
dan wordt dit niet als prettig ervaren.
Dit is zo onpersoonlijk,
vaak is het dan niet veel meer dan het oplezen van een lesje
en daarna snel weg.
Beter kan de begeleider een korte toespraak houden,
men kent elkaar, het is persoonlijker.


Crematie is een snel en definitief einde van het lichaam.
De Ziel heeft nu geen geschikt oriëntatiepunt meer
en men komt daardoor eerder,
noodgedwongen, tot bezinning.
Crematie is dan ook vooral voor aardgebonden mensen veel beter.
Maar, voor erg aardgebonden mensen is het verschrikkelijk
om te moeten aanzien dat hun lichaam verbrand wordt.
Dit ervaren zij welhaast als levend verbrand te worden.
Daarom zullen deze mensen bij voorkeur begraven willen worden.
Crematie is beter voor het milieu
en helpt de erg aardgebonden Zielen om het aardse los te laten.
Na de crematie kan men de as het beste uitstrooien.

De begeleider behoort zich ook om de achterblijvers te bekommeren.
Vooral als de levenspartner
weinig familie of vrienden heeft om eens mee te kunnen praten.
De zogenaamde alleenstaanden
laten dan wel geen huwelijkspartner achter,
zij hebben wel vaak bijzonder hechte vriendschappen opgebouwd.

Vlak na het overlijden krijgt men het zo druk
met het regelen van allerlei zaken
dat men niet aan het eigen verdriet toekomt.
Maar na de begrafenis ziet men vaak
dat de aandacht voor de achtergeblevenen steeds minder wordt.
Men krijgt steeds minder bezoek.
Soms begint men pas na een aantal maanden aan de rouwverwerking.
Het verlies dringt dan pas goed tot de achtergeblevene door.
De omgeving denkt dat men na een paar maanden wel over het ergste heen is,
terwijl de echte verwerking eigenlijk nu pas begint.


Vooral als het gaat om het sterven van een kind,
bezoek de familie dan regelmatig.
Soms wordt het verdriet door de ouders weggedrukt,
om jaren later weer boven te komen.

Ook iemand die in dronken toestand een kind heeft doodgereden
kunnen we regelmatig bezoeken.

Het is zo,
dat als iemand zijn verdriet op emotionele wijze uit,
men dit ook eerder kwijt is.
Een hevige emotionele uitbarsting kan veel goed doen.
Ook mannen zouden zich moeten uiten.
Het zou goed zijn als men hardop kan zeggen
dat men de ander mist en hierover verdriet heeft.


Wanneer de overledene zelf een einde aan het leven heeft gemaakt,
is dit voor de nabestaanden erg zwaar.
De nabestaanden kunnen worden achtervolgd door gevoelens van schuld:
"Hebben we het wel goed gedaan?"
Men kan dan helemaal in zijn schulp kruipen.
Men kan het iemand die er zelf een einde aan heeft gemaakt
ook bijzonder kwalijk nemen dat deze hen niet in vertrouwen heeft genomen.
Toch is en blijft ieder mens zelf verantwoordelijk voor zijn daden.


Men kan zich ook schuldig voelen als men zich na een overlijden opgelucht voelt.
Maar, vooral als men goed voor de stervende heeft gezorgd
hoeft men zich over dit gevoel geen zorgen te maken,
men heeft het immers tot een goed einde gebracht.


Ieder mens zal anders reageren op een overlijden.
Soms heeft men eerder een soort afscheid genomen,
bijvoorbeeld als de overledene langdurig dement is geweest.
Een kind dat door vader seksueel misbruikt is,
zal anders reageren dan een kind dat het lievelingetje van vader was.
Kinderen die altijd onderdrukt werden en werden aangezet tot prestaties
zullen zich opgelucht en bevrijd voelen.
Ook deze kinderen kunnen zich dan schamen over hun gevoelens.


Er wordt wel eens gezegd:
"Over de doden niets dan goeds".
Deze uitspraak is een ontkenning van de realiteit;
ieder mens heeft zijn zwakke kanten en zijn fouten.

Wanneer de partner op aarde nog een tijd voor de boeg heeft,
is het voor de overledene moeilijk
om aan te moeten zien dat deze tijd in eenzaamheid wordt doorgebracht.
Er zal veel verdriet bij de overledene wegvallen
als deze ziet dat de achtergeblevene hertrouwt,
of een nieuwe relatie aangaat.
De overledene heeft hier echt geen bezwaar tegen,
vooral omdat men in het astrale ziet
dat men al vele malen met andere partners heeft samengeleefd.
Iedereen ontmoet aan gene zijde
ook verschillende partners
waar men al eens eerder mee getrouwd is geweest.

De overledene vindt het erg
om te zien hoe iemand,
waar men veel van gehouden heeft,
verdriet heeft en langzaam aftakelt.
Dit is puur menselijk en deze eigenschap blijft bij ons,
ook al zijn we in het astrale.
Mensen in het astrale vinden het erg
als hun dierbaren verdriet hebben,
maar zij kunnen de mens op aarde niet helpen.
Soms kan men,
in overleg met de intelligentie van de persoon op aarde,
vanuit het astrale een gedachte op de aura van een dierbare projecteren.

Het komt ook nog wel eens voor
dat een stervende met de achterblijvers afspreekt
om vanuit het hiernamaals een bepaald teken te geven.
Bijvoorbeeld: de stervende belooft, dat als hij of zij aan gene zijde is,
de lamp die aan het plafond hangt heen en weer zal laten zwaaien.
Dit soort afspraken zijn echter zonder meer af te raden.
Niet alleen doet men er beter aan de achterblijvers met rust te laten
en hun eigen weg te laten gaan,
het is normaal gesproken ook uitgesloten
dat men deze afspraak kan nakomen.
We kunnen beter aan de stervende vragen
of hij voor ons wil te bidden als hij in het astrale is.

Een stervende kan ook beloven
een achterblijvende partner of vriend op te wachten,
als het hun tijd is om te gaan.
Dit gebeurt ook vrijwel altijd,
tenzij men na het sterven weer zo snel mogelijk naar de aarde terug wil.


groetjes
Mi Asi





Gerelateerde onderwerpen